China

China staat voor mystiek, diversiteit en veel cultuur en natuur. En het is groter dan Europa, waardoor je als toerist de tijd moet hebben. Maar het rondreizen gaat relatief makkelijk, ook met het openbaar vervoer. Met een uitgebreide, smakelijke en vooral diverse keuken.

Al is het voor ons vaak lastig om wijs te worden uit de taal. Naast Peking met het beroemde Verborgen Paleis is er de Chinese Muur, het grootste bouwwerk ter wereld. Met bijvoorbeeld onbekende delen in de Gobi-woestijn. En oude stad Xi’an is wereldberoemd vanwege het Terracottaleger. Terwijl je in China ook de reuzenpanda in het wild kunt vinden; in het ruige Qinling-gebergte.

Maar China biedt meer, veel meer. Guilin is bekend vanwege het karstgebergte en de Li-rivier. Maar Yangshuo is beter als vertrekpunt, het is daar rustiger. Ook de steden zijn in opkomst. Zoals Shanghai, Hangzhou en Suzhou, die allen in Oost-China liggen bij de bekendere attracties. Ook aardig: Chengde: de zomerresidentie en het jachtverblijf van de Mandsjoekeizers. Overbekend is de cruise over de Jangtsekiang (ook bekend als Yangtze) door de beroemde Drie Kloven. Doe dit samen met Zhangjiajie, een ruig natuurgebied met steile bergpieken.

Ook Tibet trekt veel toeristen. Hier leven meer dan 50 zogeheten minderheidsvolkeren. Wie iets anders wil kan het eiland Hainan bezoeken. Een opmerkelijk tropisch paradijs. Wie graag met de trein reist kan hier zijn hart ophalen. Of neem bijvoorbeeld de Trans Mongolië Express al vanuit Moskou. Om daarna op je gemak 10.000 km (in vijf dagen) naar Peking te reizen.