Látrabjarg

Deze steile klif ligt een uithoek in IJsland. Maar is wel een bezoek waard. Hij is niet alleen fraai, maar zit in de zomer ook vol met vogels. Die je van opvallend dichtbij kunt zien. De dieren zijn niet schuw en laten zich vaak goed fotograferen. Het is een heerlijke ontmoeting.

Látrabjarg is opvallend steil. Mede daarom hebben de miljoenen vogels hem uitgekozen. Zodat ze veilig zijn voor roofdieren zoals vossen bijvoorbeeld. Je kunt hier lang wandelen langs de kust. Dit is de grootste vogelklif van Europa. Hij is maar liefst 14 kilometer lang. Op sommige plekken is de klif wel 440 meter hoog.

Het natuurgebied is opgedeeld in vier delen: Keflavíkurbjarg, Látrabjarg, Bæjarbjarg en Breiðavíkurbjarg. Er loopt een wandelpad langs de klif bij Látrabjarg. Andere delen zijn afgesloten voor publiek, zodat de dieren zonder problemen kunnen broeden. Waardoor de soorten in stand blijven hier.

Papegaaiduikers zijn van half mei tot eind augustus in IJsland te zien. Ze leggen op de hogere punten op de kliffen hun eieren en brengen hier hun jongen groot. Ze doen dit in speciaal gegraven tunnels in de grond. Deze zie je vanzelf als je hier rond loopt. Helaas neemt het aantal papegaaiduikers in IJsland al jaren af. Mede daarom wordt het dier meer en meer beschermd. 

Hou er wel rekening mee dat het hier extreem hard kan waaien. Toen ik hier was durfde ik niet naar de rand te lopen door de sterke wind. Gelukkig kwamen de papegaaiduikers vanzelf naar mij toe al stuiterend bij de landing. En waren ze wel nieuwsgierig naar me. Ze lopen grappig, al is het eigenlijk meer waggelen. het is een guitig gezicht. Waar ik uren naar kan kijken.

Tijdens mijn bezoek zag ik ook enkele alken, al was het wel ver weg. Maar dit kwam vooral door de wind. Volgens wetenschappers leven maar liefst 40 % van alle alken in Europa hier op Látrabjarg. Ook zag ik jan-van-genten, maar alleen in de lucht. Daarnaast waren er talloze meeuwen, die laveerden op de wind. Het is een fraai gezicht om te zien hoe behendig deze dieren zijn. Zelfs op windstoten reageren ze opvallend soepel.

Als je hier aankomt en naar de zee loopt kom je een vuurtoren tegen. Hij is niet bijzonder mooi, al heeft dat een reden. Door de weersomstandigheden is hij extra stabiel gebouwd. En is dus extra compact. Wel is het de meest westelijke vuurtoren in heel Europa. Het is ook een punt om te schuilen mocht het plotseling gaan regenen of harder gaan waaien.

Dit deel van IJsland is dun bevolkt en wordt door weinig toeristen bezocht. Al vind je er wel kleine hotels, knusse bed & breakfasts en eenvoudige appartementen. Mede daarom vind ik dit deel juist zo gaaf. En ben ik meerdere dagen gebleven.
Bekijk de leukste accommodaties bij Látrabjarg

Je kunt Látrabjarg eenvoudig bereiken. Hij ligt aan het einde van weg 612, die ook onder meer langs het pittoreske plaatsje Breidavik voert. Er is een parkeerplaats voor je auto. Vandaar loop je in enkele tientallen meters naar de rand van de klif. 

Hou rekening met een rit van zo’n negen uur vanuit de hoofdstad Reykjavik. Al kun je natuurlijk onderweg diverse stops maken. Zoals ik ook deed.