Zo heerlijk is een Road Trip langs de zuidkust van Ierland
Lees verder
Ierland is bekend door de vele schiereilanden, zoals Dingle en Kerry, al heet die laatste eigenlijk Iveragh Peninsula. Maar Ierland heeft er meer. Ik bezoek drie minder bekende: Mizen Head, Sheep’s Head en Beara Peninsula. Ik 'doe' op deze road trip het zuidelijke deel van de Wild Atlantic Way.
Ook naar Ierland?
,,We hebben in Ierland talloze droomplekken. Bekende en onbekende.” ,,Doe mij ze allemaal maar,” roep ik. En dan met name onbekende plekken, ik ben er dol op. Al is onbekend relatief natuurlijk. Ze geeft me de sleutels met een glimlach. Ze weet dat het wel gaat lukken op deze trip door het zuiden van Ierland.
Binnen vijf minuten vanaf de luchthaven van Cork zit ik op slingerende wegen, rij ik langs hoge heggen en moet ik links rijden. Terwijl om me heen de mooiste landschappen voorbij schuiven. Inderdaad, auto rijden in Ierland is een test voor de zintuigen. En gaaf. Zeker als je de drukke wegen vermijdt. Dan ben je al snel alleen, wat heerlijk is.
Ik ga op deze trip wandelen langs de steile rotsen, op zoek naar oude kastelen en vuurtorens en me verbazen over hunebedden en eeuwenoude steencirkels. Daarnaast maak ik diverse excursies om de eilanden voor de kust te verkennen. Onderweg ontmoet ik vriendelijke mensen, guitige zeehonden en koppige schapen. Het is een heerlijk vakantiegevoel; een gezonde mix van ontdekken en lekker bezig zijn. Dit zijn de 10 mooiste plekken die ik bezocht:
Wat ik graag doe is op Google Maps kijken als ik ergens ben geland. Is er iets dat ik niet ken, maar wel de moeite waard is? Zo zie ik een vermelding met foto van een plek die Nohoval Cove heet. Deze baai in het uiterste zuiden ziet er ruig uit en ik laat me leiden door Google. De weg is hobbelig en smal, dat verraadt veel goeds. Het regent een beetje, maar de zon breekt plots door. Een klein pad voert naar de top van een heuvel. Het uitzicht is magisch, met links een piepklein strandje. Dat alleen vanaf het water te bereiken is. Ja, dit is al verrassing nummer één.
Lees mijn artikel over Nohoval Cove
Het Charles Fort in Kinsale kent een Nederlandse geschiedenis, merk ik zodra ik er binnen stap. Het is gebouwd in de kenmerkende stervorm zoals diverse Nederlandse kastelen. Dit was met name om bestand te zijn tegen een aanval van kanonnen. Aan het einde van de 17e eeuw werd het immense fort bijna veroverd door koning Willem Hendrik. Dit stervormige fort is gebouwd tussen 1670 en 1690 en genoemd naar Koning Charles ll. Het kijkt uit over zee, waar je goed kunt wandelen, waarbij de strategische ligging van het fort opvalt. Het was inderdaad bijna niet te veroveren.
Ruige kusten, vergezichten, een wandelbrug boven zee en zeehonden die spelen in het water. Dit is waarom Mizen Head zo geliefd is bij de Ieren. Al is het wel wat verwarrend. Zowel het schiereiland als de beroemde seinpost in het uiterste puntje hebben dezelfde naam. Er is ook een oud onderzoekscentrum, waar je heerlijk kunt ronddwalen. Deze plek bezoek ik twee keer, met regen en met zon. Beide keren is het imposant.
Lees mijn artikel over Mizen Head
Opnieuw helpt Google Maps me. Bij Mizen Head in de buurt zie ik een oud kasteel aan de kust. Dat alleen te voet is te bereiken. De zon verdwijnt al snel door zeemist. Wat een gaaf fenomeen. Vanaf zee komen plukken wolken met vocht die het geheel mysterieus maken. Ik zie drie torens aan een meer oprijzen uit de mist. Het staat op de rand van de rotsen. Alsof ik een sprookjesboek in stap.
Lees mijn artikel over Dunlough Castle
Als je naar Mizen Head en Dunlough Castle rijdt kom je langs een breed strand met goudgeel zand en felblauw water. Op de een of andere manier verwacht ik dit niet in Ierland. Waarom weet ik ook niet precies. Des te groter is de verrassing. Het strand is opvallend en slingert door het landschap. Bijzonder is de Floating Walkway die over een riviertje is gemaakt zodat je eenvoudig naar het strand kunt lopen. Ook zie je hier een grote getijdenpoel met planten en dieren. In deze bijzondere aquariums zie ik jonge vissen zwemmen, maar ook kelp en zeeanemonen deinen in de golven.
Ik doe een kajak excursie waarbij je pas op pad gaat als het donker wordt. Normaal gesproken is dit juist het moment het water af gaan, denk ik nog. Maar gids Jim Kennedy is resoluut. We gaan Lough Hyne op. Dit is een uniek meer dat eigenlijk geen meer is. Het staat in verbinding met de Atlantische Oceaan, maar alleen bij vloed. Waardoor een bijzonder ecosysteem is ontstaan. Dit was in 1981 het eerste Marine Nature Reserve in Ierland.
Ik doe een kajak excursie waarbij je pas op pad gaat als het donker wordt. Normaal gesproken is dit juist het moment het water af gaan, denk ik nog. Maar gids Jim Kennedy is resoluut. We gaan Lough Hyne op. Dit is een uniek meer dat eigenlijk geen meer is. Het staat in verbinding met de Atlantische Oceaan, maar alleen bij vloed. Waardoor een bijzonder ecosysteem is ontstaan. Dit was in 1981 het eerste Marine Nature Reserve in Ierland.
Mijn ogen moeten wennen aan het minieme licht, al helpt de hoofdlamp wel iets. Een uil laat zich horen. Gids Jim ook en vraagt of ik langzaam met de peddel door het water ga. Het water kleurt fel lichtblauw van zeevonk. Dit zijn minuscule diertjes die bij beweging licht afgeven. Het is kort zichtbaar en weer weg. Ik ben er stil van.
Je rijdt er zo aan voorbij, al ligt Altar Wedge Tomb langs de weg. Een klein bordje net buiten het gehucht Schull wijst naar de plek van dit hunebed. Dat wordt omringd in het Ierse landschap. Ik kom er bij een laaghangende zon die boven de zee hangt. Wat een heerlijk rustmoment. Ik pak een drankje en ga zitten. Zouden de mensen die dit archeologisch monument hebben gemaakt ook zo hebben genoten van deze plek. Leefden ze daarom hier?
Een wandelvriend gaf me de tip over de Beara Way. Dit ruim 100 km langeafstandspad slingert over het Beara Schiereiland. Ik trek de wandelschoenen aan en ga op pad. Langs steile rotsen, maar ook kleine dorpjes en de overbekende weilanden van Ierland. Het Glengarriff Woods Nature Reserve is daarentegen erg bosrijk. Met een veerboot ga ik naar het bloemrijke Garinish Island. Dat grote bekendheid geniet door de diverse tuinen. Ik ga zitten in een typische Engelse tuin. Dit schiereiland kent een ongekende diversiteit.
Lees mijn artikel over de Beara Way
Een van de meest indrukwekkende excursies is die naar Bull Rock. Deze iconische rots in zee op het uiterste puntje van Beara. Bull Rock is alleen per boot te bereiken, waarbij het weer moet meewerken. Volgens sommigen wordt dit de poort naar de hel genoemd. Ik snap het wel als de kapitein ons piepkleine bootje door de natuurlijke tunnel dwars door het eiland stuurt. Waarna plots weer zonlicht op me valt. Op de rotsen broeden jan van genten, papegaaiduikers, alken, aalscholvers en veel meer vogels.
Lees mijn artikel over Bull Rock
De Healy Pass ken ik van televisie. Een weg vol met talloze haarspeldbochten die je langzaam omhoog brengen. Maar ik heb bewust geen informatie online gezocht om de belevenis puur te houden. Wat lukt, want de waterval met de historische stenen brug is een heerlijke extra bonus. Net als het Glanmore meer dat ik passeer. En de schapen die soms midden op de weg staan. Maar ditmaal is even wachten tot ze oversteken geen tijdverlies, maar een genietmomentje.
Lees mijn artikel over Healy Pass
Het blijft me intrigeren; midden in het landschap staat plots een cirkel van rechtopstaande stenen. Ooit waren het er 17, nu staan er nog 13. Deze zijn daar al in 11e eeuw v Chr. neergezet door onze voorvaderen. Drombeg Stone Circle is dan ook een soort Stonehenge. Maar deze plek heeft meer; de ligging is ongekend fraai. Je krijgt er een heerlijk uitzicht over de Ierse heuvels bij.
Bij Agricole zie ik het bordje met Kayaking With Seals, oftewel kajakken met zeehonden. Dat klinkt hoopvol en ik rij naar de haven. Daar zie ik Gail MacAllister, een vol bloed natuurliefhebber. Zij wil graag haar achtertuin delen met haar bezoekers. Het is windstil en het zonnetje piept er af en toe door.
In de verte zie ik zeehonden zwemmen. Dit moet zo zijn, dus ga ik het water op. Al snel komen twee zeehonden kijken naar die rare snuiter op het water. Hoe harder ik peddel, hoe dichterbij ze komen. Als ik stop om even rustig te kijken, nemen ze weer wat afstand. Alsof het trainers in mijn sportschool zijn. Voor de zoveelste keer ben ik verrast op deze trip.
Van Sheep’s Head heb ik nog nooit gehoord. Al is de naam erg leuk. Ook dit is een schiereiland met een landtong die bekend is door zijn vuurtoren aan het einde. Ik loop een deel van de Sheep’s Head Way, een 93 kilometer lange wandelroute. Ik parkeer de auto bij Coomacullen en begin te lopen. Al snel zie ik schapen, al snap ik de naam niet echt. Lough Akeen is een meer op 100 meter van de zee. Maar de absolute aandachtstrekker is de vuurtoren. De ligging is fraai, net als de rode trap die eerst naar beneden en dan naar boven loopt. De naam is toepasselijk Sheep's Head Lighthouse. Die snap ik dan weer wel.
1. Ik deed deze rondreis in een week tijd. Zodat ik genoeg tijd had om te wandelen, maar ook de diverse excursies kon doen. En ook nog tijd had om te relaxen.
2. De maand juni vind ik ideaal. Het is voorjaar, dus er zijn veel bloemen, terwijl het weer vaak redelijk tot goed is. Ik had veel dagen zon, met her en der een bui.
3. Ik vloog vanuit Schiphol direct op de luchthaven van het gezellige Cork. Dit kan zowel met KLM en Aer Lingus. Bekijk vluchten op Skyscanner.
4. Neem onderweg kleding mee voor zowel lekker weer als regen. Langs de kusten kan het snel omslaan, maar ook snel opklaren. Wat ik persoonlijk heerlijk vindt om te ervaren.
5. Bij wandelingen ging ik meestal vroeg op pad. Dan is de kans op ontmoetingen met wilde dieren het grootst en vermijd je veel andere toeristen.