Een heerlijke reis langs Waterloo, steden als Spa en Luik en de natuur van de Hoge Venen...
Lees verder
De Ardennen ben ik als kind al vaak geweest. Nu ga ik terug, voor een rondreis langs steden als Luik en Spa, maar ook voor de natuur. Al is de aanleiding iets waar ik weinig over weet, maar wat me wel trekt: de Slag bij Waterloo.
Ontdek ook Wallonië!
Twee oude mannen begroeten me joviaal. Janco Haagen (74) en Tulsa (67) zijn verkleed als soldaten. Ze hebben een geanimeerd gesprek. Het vrolijke tweetal komt hier al jaren en spelen kanonnier, oftewel diegene die de kanonnen af laat gaan. Ze doen mee aan het naspelen van de Slag bij Waterloo, dat elk jaar hier gebeurt. Het is de reden dat ik naar dit deel van België ben afgereisd.
Ik loop langs de Leeuw van Waterloo, die door koning Willem I werd opgericht. Hij staat op een enorme heuvel en ik beklim de 226 treden. Van bovenaf kijk ik uit over het landschap van België. Hier had ooit een van de meest beroemde veldslagen ooit plaats. Met verregaande gevolgen. Althans, dat denk ik, want ik weet er eigenlijk opvallend weinig van.
Behalve dat Napoleon hier verloor en dat Waterloo sindsdien een uitdrukking is. Hij kreeg daar zijn Waterloo is synoniem geworden voor verlies. Daar moet ik meer van weten. En beleven, want elk jaar wordt een deel van de slag nagespeeld. Inclusief bulderende kanonnen, mannen (en vrouwen) te paard, luidruchtige geweren en marcherende soldaten.
Het eerste wat me opvalt is dat er opvallend veel Nederlanders mee doen aan de ‘re-enact,’ dat naspelen betekent. Al wordt het ook wel straattheater of openluchttheater genoemd. Waaronder Mike Warmer en zijn vrouw Daphne uit Alkmaar. Hij doet dit al sinds zijn elfde. ,,En ik ben nu 30 jaar,” lacht hij. Ze zitten beiden bij de cavalerie en nemen hun eigen paard mee. Ze hebben elkaar leren kennen op 18 juni 2015. Hier, tijdens het naspelen…
Hoe je het noemt? ,,Dit is levende geschiedenis,” aldus Mike. ,,En daar is steeds minder interesse in. Computers en zo,” legt hij uit. Het tweetal maakt bij het naspelen onderdeel uit van de Pruisische compagnie. ,,Mijn paard vindt het geweldig, die is dolblij dat hij de wei in kan met andere paarden.” Mike lacht. ,,Maar hier spelen we kanonnenvoer, al is dat niet echt natuurlijk.”
Daphne: ,,Als ik tegen mijn vrienden zeg wat ik hier doe reageren ze niet echt. Ze zeggen niets….“ De groep knikt van herkenning. Ze doelt op de wereld waar ik in ben gedoken. Die van het naspelen van grote en belangrijke veldslagen. Om de geschiedenis levend te houden, maar ook om mensen te laten zien hoe het in 1814 was. Het is een compleet andere wereld, dat is duidelijk.
De acteurs, want zo kun je ze wel noemen, vormen een hechte groep. Dat zie je niet veel meer deze tijd. Maurice Diederen uit Schimmert knikt. Hij is hier voor het eerst en wordt vergezeld door vier vrienden. Ze hebben uitleg gekregen over hun rol, wanneer ze op moeten en nog veel meer. Maar vooral ook hoe ze moeten genieten. ,,Een topervaring,” zegt hij.
Gedurende de dag kom ik nog veel meer Nederlanders tegen. Waaronder Jeroen van den Bogaert uit Heel bij Roermond. ,,Ik kom hier al vanaf 1992. Toen in Den Bosch oude kanonnen werden gevonden was mijn interesse gewekt. En je krijgt hier vanzelf vrienden.” En waarom Napoleon? ,,Ik heb alles met Napoleon, maar niets met bijvoorbeeld Vikingen. Geen idee waarom,” lacht hij.
Hij speelt dit jaar als lid de Schotse artillerie. ,,En soms ook in de Nederlandse artillerie. Ik heb maar liefst 15 uniformen thuis, die toch al snel 1.000 euro per stuk kosten.” Er zijn meer van dit soort evenementen waarbij veldslagen worden nagespeeld, ook in Nederland. ,,Je kunt elk weekend wel weg om een historisch evenement te spelen. Maar ik ga weinig. Slechts een keer per maand nu,” lacht hij.
Maar hoe komt het dan dat ik zo weinig weet van deze slag? En er weinig over hoor? Jeroen: ,,Wij hadden op 18 juni ooit een feestdag ter ere van de Slag. We noemden die Waterloodag. Maar deze is gesneuveld in de Tweede Wereldoorlog. Net als de vele verhalen van weleer.”
,,En dat terwijl onze Willem II, de Prins van Oranje, hier zwaargewond raakte. Tijdens de veldslag werd hij geraakt aan zijn schouder en moest snel worden geholpen. De prins overleefde het wel, maar duizenden andere soldaten niet.”
Hij peinst even en vervolgt: ,,Waterloo is een beetje vergeten in Nederland. Dat komt met name door de speelfilm uit de jaren zeventig. Daar komt geen Nederlander in voor. Wat raar is want een derde van alle troepen was Nederlands en Belgisch. Toen we nog een land waren. Maar de duizenden bezoekers die hier komen zijn het niet vergeten. Dat is mooi.”
Meer weten over Waterloo?
Bekijk mijn tips voor Waterloo, inclusief het slagveld en het jaarlijkse naspelen van de Slag bij Waterloo.
De naam Spa is inmiddels wereldberoemd. Door het heilzame water uiteraard, maar vooral ook omdat het woord spa door de jaren heen gemeengoed is geworden voor een kuuroord. Dat zo’n beetje in deze stad ontstond in 18e eeuw. Ik dwaal door de straten van het opvallend kleine stadje, dat ooit zeer populair was bij de jetset. Waar ook de fabriek van Spa staat. Ja, de naam is zelfs bijna synoniem voor water geworden.
Het gebouw van de Oude Thermen staat er nog, maar is niet meer functioneel. Het is een imposant pand, maar heeft betere tijden gekend. De thermen van Spa liggen tegenwoordig bovenop de heuvel. Met de speciale lift ga ik omhoog, door het bos. De thermen zijn supermodern met zwembaden, wellness en talloze andere faciliteiten. Ja, ik begrijp wel dat je hier beter van wordt.
Ik ga de ‘bronnentocht’ rijden. Een tocht langs de diverse bronnen in de omgeving, want het zijn er meerdere die mineraalwater geven. Mijn trip begint bij de Peter-de-Grote-Bron, middenin de stad. Die vernoemd is naar Peter de Grote, die in Spa van zijn ziekte genas. Het is de belangrijkste bron van de stad. Ik wil graag meer weten over het bronwater. Al is het eigenlijk mineraalwater.
Huh, dat realiseerde ik me niet. Komt het mineraalwater hier echt zo uit de grond? Ik dacht dat bronwater en mineraalwater ongeveer hetzelfde is. Dat mineraalwater eigenlijk bronwater is met toegevoegd koolzuur, zoals cola en andere frisdranken. Maar ik proef de bubbels. En die komen zo uit de grond borrelen. Daar wil ik meer van weten.
Ik duik letterlijk in de wereld van het water. Of eigenlijk het koolzuur, dat van nature in het water zit. En ik proef de mineralen. Met name ijzer, meer dan in de fles. De smaak is wel even wennen. Ik sta midden in een bos ten zuiden van Spa. De vogels fluiten, ik hoor de bladeren ritselen. En ik sta alleen bij de bron. Goh, wat een mooi moment.
Maar eerst wil ik weten waarom hier zoveel water aan de oppervlakte komt. Het museum heet toepasselijk Het Museum van het Bos en het Water. Het ligt net buiten Spa. Als ik een geografische kaart bekijk hier wordt het een stuk duidelijker. Het stadje ligt vlakbij de Hoge Venen, waar ik later nog naar toe ga. En die twee zijn nauw met elkaar verbonden. Met ruige bossen er tussen.
Dit veengebied is uniek omdat het relatief hoog ligt. De veenmossen zorgen voor verzuring van het water, maar het wordt ook gefilterd. Waarna het verder zakt in een stevige zandlaag met grind. Het water komt dan weer tevoorschijn in de lager gelegen delen van het gebied.
Maar hoe komen dan de bubbels in het water, vraag ik me af. Dit komt door zouten, zwavelverbindingen en gassen die in het water zijn opgelost leer ik. Goh. Ook leer ik op een interactieve manier dat er meerdere soorten mineraalwater zijn. Dat Spa Reine (of Spa Blauw) eigenlijk geen bronwater is maar gefilterd mineraalwater, waar het koolzuur uit is gehaald. En dus precies andersom dan ik wat dacht.
Stops maak ik bij diverse bronnen met heerlijke namen als Barisart Bron, Géronstère Bron, Tonnelet Bron en de Sauvenière en Groesbeek Bronnen. Waar ik stop en vaak een wandeling maak. Maar ook rij ik langs kastelen, door kleine dorpjes, over slingerwegen en talloze heuvels. Het is letterlijk een heerlijke route.
Meer weten over Spa?
Bekijk mijn tips voor Spa, inclusief de thermen, de diverse bronnen en de Ardennen.
Fer Bemelmans is mijn gids. Als ik binnen kom in het bezoekerscentrum herken ik hem snel aan zijn wandelschoenen, verrekijker en groene kleding. Het blijkt echter een Nederlander te zijn die in België woont. En zijn hart heeft verpand aan dit natuurgebied. ,,Dit is ruig België.” Ik moet lachen, maar begrijp hem wel.
,,Kijk, grote zonnedauw. Dit plantje eet insecten. Hun blad is kleverig, zodat de dieren vast blijven zitten. In plaats van te eten worden ze zelf gegeten.” Ja, ook hier is het eten of gegeten worden. Het plantje is klein, maar wel in grote getale hier aanwezig. Met name rond de vennetjes. Het zijn net stillevens, zeker met de wolken op de achtergrond in de blauwe lucht.
Hij neemt me mee het bos in. Waar het water van de Hoge Venen zicht verzamelt in diverse beken. Met kleine watervalletjes die tussen de rotsblokken vallen. Het water is roestbruin van het ijzer. Een mooi kleurenpalet.
Het is net als Maastricht bijvoorbeeld een stad aan de Maas. Hemelsbreed ligt Maastricht maar 30 kilometer noordelijker. De sfeer is anders. Net zo gemoedelijk, maar toch voel ik me in het buitenland. Wat ook komt door de Franse taal natuurlijk. En de restaurantjes waar heerlijke geuren vandaan komen.
Maar er is nog iets. Het komt ook door het klimaat, al is het een microklimaat. Dat is simpel uit te leggen: de stad ligt tegen een heuvel aan. Deze fungeert als een soort schild tegen de wind. Wat ik merk als ik de beroemde trappen op loop. Het zijn er 374. Zal ik ze tellen of geloof ik het wel? De zon schijnt, een verkoelend windje zou nu wel prettig zijn.
Maar als ik op de Hellingen van de Citadel loop is het heerlijk. De terrassen liggen pal op het zuiden en hebben dus geen last van de koude noordenwind. Waardoor hier al in de middeleeuwen allerlei groenten en kruiden werden verbouwd. Maar ook veel wijn door de monniken die hier leefden.
Op deze heuvel zijn talloze smalle steegjes om te verdwalen. Dit is zoals ik een stad graag zie; ideaal om lekker zelf te struinen. Verdwalen kan niet, want er is altijd Google Maps op mijn telefoon. Al probeer ik het eerst op eigen kracht door terug te denken aan mijn route. De beste plek daarvoor is een Belgische kroeg. In dit geval een bijzondere: De lokale brouwerij Curtius.
Onderaan de heuvel, maar middenin de stad is de straat Hors-Château. Het is al eeuwen de straat van de adel. Met veel zon en weinig wind. Nog steeds ziet het er imposant uit. Maar ik vind vooral de nauwe straatjes eronder interessant. Hier leefden de medewerkers van de edelen in kleine, maar pittoreske huisjes. Waarvan sommigen er nu nog zijn.
Ik begon mijn tocht langs de Waal met de boot. Voor een euro kun je de stad door, onder meer naar Museum La Boverie en diverse stadsparken. Oh ja, ik heb ook het heerlijke wandelpad door het bos omhoog gedaan. Waar ik uitkwam bij de Citadel met diverse uitkijkpunten. Heerlijk een bos zo dicht bij de stad.
Ik kijk uit over de Maas, die hier veel water afvoert. Zou het ook uit de Hoge Venen komen? Het is wel bijzonder; een reis waarbij water de rode draad is. En ik heb veel geleerd. Hoog tijd om een drankje te gaan doen in een van de hipste barretjes: Le Pot au Lait. Proost!
Meer weten over Luik?
Bekijk mijn tips voor Luik, met onder meer de Citadel en talloze andere tips voor een bezoek.