Met een wonderlijke trein, wandelen en wilde dieren
Lees verder
De Franse Pyreneeën kun je op diverse manieren beleven. Ik kies een lekkere actieve manier. Met wandelen, maar ook ziplinen tussen een kloof en veel meer. Adrenaline en berglucht, wat wil je nog meer?
Ontdek de regio op Nouvelle Aquitaine en op nl.france.fr
Een bord langs de weg intrigeert. Het toont een foto van iemand die door een kloof vliegt. De naam is Tyrolienne du Hourat; een tyrolienne ken ik vooral als zipline. Oftewel hangend aan een koord naar de overkant glijden. vliegen. Dit zijn er maar liefst 18, die allemaal boven een rivier in een diepe kloof liggen. Dat wil ik wel doen.
De veiligheidsregels zijn van groot belang bij dit soort excursies. De gids is bloedserieus. Hij legt uit hoe je de diverse kabels moet gebruiken. Opvallend genoeg is het zo aangelegd dat je nooit los zit van de veiligheidslijnen.
Toch is het voor veel mensen nog wel een grote stap; van een trappetje het luchtledige in waarna je door de lucht zweeft. Waarbij je een aardige snelheid haalt. Bij de langste zipline van het parcours overheerst het gevoel van een vogel, met de wind in je haar.
Falaise aux Vautours in Aste-Béon is een natuurmuseum over de diverse soorten gieren die hier leven. Het is een van de speciale locaties in Frankrijk voor deze unieke dieren. Het ligt direct onder de rots waar de dieren te zien zijn. Via een live camera kun je de dieren zien, iets wat aan het einde van de tour ook kan met een vogelkijker. Deze vogels meten ruim twee meter in de lucht en ik zie er genoeg vliegen.
De trein van Artouste werd aangelegd in 1924 voor de bouw van een stuwdam. Nadat de stuwdam af was, maakten de goederen plaats voor toeristen. Het is smalspoor en het treintje is opvallend veel kleiner. Het spoor slingert ook veel meer dan normaal. Je rijdt dwars door het Parc National des Pyrénées, waarbij je goed de tijd hebt om rustig om je heen te kijken. De tocht met dit treintje duurt een uur, enkele reis.
Ik tuf door de groene vallei van Soussouéou en langs bergflanken en afgronden. Enkele Alpenmarmotten komen kijken welke vreemde vogels vandaag komen rijden. Het eindstation ligt bij de pieken van Cézy en de Arcizette en het stuwmeer. Het restaurant bij aankomst is handig voor een simpele lunch die ik bij aankomst al koop. Het plan is eerst op pad te gaan om rust te vinden, wat hier eenvoudig is.
Je kunt er rondwandelen om dan later weer een treintje terug te pakken. Dat ga ik doen. Al snel ben ik weg van de anderen en voel ik me klein tussen de bergpieken. Dit gevoel heb ik wel gemist de afgelopen maanden, jaren bijna.
Lees mijn tips voor de Petit Train d’Artouste
In de avond hoor ik plots een vreemd geluid. Een kudde schapen komt over de enige weg in de vallei waar ik slaap aangelopen. De bellen aan hun nek maken een heerlijk geluid. De schaapherder ziet me genieten en groet me. De dieren zijn onderweg naar een andere wei en dit is verreweg de kortste weg. Het zijn van die taferelen die de reis extra bijzonder maken.
Het meest bekende punt is Pic de Midi d’Ossau. Deze steile berg van 2.884 meter is het icoon van het Franse deel. Vroeg in de ochtend schijnt het eerste daglicht op de piek. Dus ga ik vroeg op pad. Maar het is mistig, of is het laaghangende bewolking? Ik zie geen hand voor ogen, laat staan een berg in de verte. Al ben ik volgens Google Maps heel erg dichtbij.
Twee dagen later ga ik in de namiddag opnieuw. Het wordt een soort uitdaging nu, want het regent. Erg hard zelfs. Door de wolken zie ik de berg weer niet. Wel koeien en schapen in de lager gelegen delen. Een groep schapen staan idyllisch bij een waterval. Wat een ongekend mooi beeld. Sterker nog, zo zag ik de Franse Pyreneeën voor me toen ik nog klein was. En voor de Pic de Midi d’Ossau moet ik dan nog maar eens terug komen. Dat is het mooie van reizen.