De 10 bezienswaardigheden van West-IJsland

Het rondje IJsland; het is een populaire reis over het eiland. Waarbij je langs de grootste attracties gaat. Met walvissen, warmwaterbronnen en eindeloze lavavelden en bergen. Of, als je minder tijd hebt, ga je alleen naar het zuiden. Met diverse beroemde watervallen, het beroemde gletsjermeer Jökulsárlón en de Vatnajökull-gletsjer.

Maar het westen van IJsland wordt vaak overgeslagen. Van een kennis op IJsland hoorde ik dat dit onterecht is. Oftewel, ik moet het zelf maar ontdekken. Daar hou ik wel van. Sterker nog, ik merk al snel dat dit deel van het land liefkozend IJsland in het klein wordt genoemd.

Zodra ik Reykjavik heb verlaten, wordt de weg leger. En al helemaal als ik de 1, de hoofdweg van IJsland, achter me laat. Ja, de meeste toeristen doen het overbekende ‘rondje IJsland’. Ik dus niet deze keer. Dit is IJsland zoals ik het graag zie.

Ik wil overal wel stoppen. Wat opvalt is dat ik zelden een parkeerplek heb voor een foto. IJslanders zijn immers niet zo snel onder de indruk, dus leggen ze de parkeerplekken ook niet aan. En als ik er al eentje zie is het een parkeerplek met toilet. Maar deze vind je op een speciale plek. Daar waar je uit de wind staat, dus aan de voet van een heuvel. Heerlijk. 

Met name in het uiterste noordwesten zijn de wegen onverhard, maar je hebt er eigenlijk geen 4×4 voor nodig. De wegen zijn goed, je mag er zelfs 80 rijden. Al lukt dat nauwelijks met alle bochten en los zand op de weg. Maar hard rijden hier is niet alleen gevaarlijk, ook al vanwege de vele schapen die hier zomaar oversteken. Het is ook vooral zonde. 

Je zou het landschap tekort doen. Heel erg zelfs. Dan had ik onderweg van alles gemist. Waaronder een groep IJslandse paarden die door cowboys werden geleid naar een andere weide. Ik stop om wat foto’s te maken. De cowboys, en cowgirls, lachen. Ja, hun dagelijkse werk is bijzonder voor mij.

Tijdens deze reis ga ik veel wandelen. Langs de ruige kust op zoek naar vogels zoals papegaaiduikers. Maar ook in de bergen. Het is de beste manier om IJsland te beleven weet ik van mijn eerdere reizen. 

Snaefellsjökull National Park in het uiterste puntje van het schiereiland Snaefellsness. Het hart wordt gevormd door een vulkaan met daarop een immense gletsjer. Maar hier vind je ook zandstranden, steile kliffen en diverse vulkaankraters. 

Het is een perfect gebied om zelf te ontdekken. Waarbij je kunt stoppen op talloze plekken. Met name bij de diverse bezoekerscentra kun je veel informatie krijgen. Over bijvoorbeeld de talloze wandelpaden, maar ook waar je bijvoorbeeld zeehonden kunt zien, alsook talloze soorten vogels.

Lees mijn tips voor Snaefellsjökull National Park

Kirjufell is een van de meest bekende watervallen van IJsland. Dit komt door de foto’s van het noorderlicht boven de waterval en de achterliggende berg. Het is magisch mooi. Ik ga hier eens op mijn gemak rond kijken.

De waterval bestaat eigenlijk uit diverse watervallen. Met eroverheen een bruggetje. Je kunt het water van alle kanten zien vallen en hier heerlijke foto’s maken. Hou er wel rekening mee dat het bij Kirkjufell druk kan worden met toeristen. Ook al ligt het niet op de standaard route, maar wel nog redelijk dichtbij de hoofdweg. Vermijd dus de piekuren tussen 10 en 4 uur.

Lees mijn tips voor Kirkjufell

De Dynjandi-waterval zag ik voor het eerst op internet. Ik was onder de indruk van de grootte en dan met name hoe het water via diverse watervallen zich naar beneden stortte. Met ‘het altaar’ van ruim 100 meter breed als hoogtepunt. Hij ligt redelijk afgelegen in het noordelijke deel van de fjorden.

De rit er naar toe is magisch mooi. Je rijdt letterlijk over het dak van de fjorden en kruist de waterval al voordat je er erg in hebt. En dan ineens doemt hij nog een keer op. In vol ornaat. Ik loop helemaal naar boven tot ik de mist van het water voel. Je kunt tot op enkele meters van de waterval komen. Zelden heb ik me zo nietig gevoeld.

Lees mijn tips voor de Dynjandi-waterval

Breidavik is een van de weinige dorpen in het uiterste noordwesten. Al zijn het maar enkele huizen eigenlijk, en een opvallend kerkje. Met erachter een groot goudgeel strand en steile rotsen.

Het strand is opvallend lang en breed. Het kerkje is perfect voor een bijzondere foto met het goudgele strand op de achtergrond. Het dorp ligt vlak voor Látrabjarg en is dus een heerlijke stop. 

Látrabjarg is het uiterste einde van de westelijke fjorden. Dit is het domein van miljoenen zeevogels. Hier eindigt de weg en is verder niets. Ja, een vuurtoren voor de schepen. Als ik aankom waait het hard, erg hard. Al hebben de vele vogels hier er weinig last van merk ik.

Hier eindigt abrupt het landschap. Op de klif nestelen miljoenen vogels, waaronder diverse soorten meeuwen, alken en papegaaiduikers. Ik zie van alles vliegen. Ik durf niet naar de rand van de klif te lopen door de wind. Gelukkig komen de papegaaiduikers zelf aangewaggeld. Wat zijn het toch guitige dieren, heerlijk.

Lees mijn tips voor Látrabjarg

Op diverse plaatsen in IJsland borrelt het hete water zo de grond uit. Een van de beste plekken om dat te zien is Deildartunguhver, dat de grootste warmwaterbron van IJsland is. Het hete water spuit, rommelt en loopt op talloze plaatsen zo de grond uit. Het water zit vol met allerlei mineralen, waardoor je vreemde verkleuringen van de rotsen krijgt. 

Je kunt hier bij het naastgelegen Krauma zwemmen in het warme water, al is het eigenlijk meer relaxen zoals de IJslanders doen. Ze genieten volop van het warme water en praten bij over alle dagelijkse beslommeringen. Vaak met een drankje en soms met luid gezang merk ik. 

De Svodufoss is een van de minder bekende watervallen in IJsland. Waar je niet naar toe kunt lopen merk ik. Een riviertje stroomt er voor langs. Al kan ik natuurlijk wel door het water waden. Dat heb ik vandaag eerder gedaan; het is ijskoud. En dit is te diep.

Het uitzicht op de waterval met daarachter de sneeuw is machtig mooi. Dit is IJsland pur sang. De foto’s van deze waterval zijn zeer bekend van internet, al wist ik de locatie niet. Nu dus wel. In de verte zie ik nog een waterval. Maar ja, dit is IJsland waar je struikelt over de watervallen.

Ytri Tunga is een beroemd strand in IJsland, waar je bijna altijd zeehonden kunt spotten. Deze dieren komen in de ochtend naar dit strand om te zonnen op de rotsen. Al is de zon minimaal, ik geniet er ook van. Een van de dieren houdt zijn staart omhoog, alsof hij poseert. En hij gaapt. Hmm, vindt hij het saai dat ik foto’s maak?

Hraunfossar is een opvallend brede waterval. Hier lijkt het water merkwaardig genoeg uit de rotsen te komen om daarna breed uitwaaierend in de rivier te vallen. Het is bewolkt met een lichte regen, maar dat vind ik bij IJsland horen. Zelfs dan is het nog mooi.

De Barnafoss ligt enkele tientallen meters verderop. Hier stort het water zich door een nauwe kloof met veel kabaal. Het water voegt zich bij Hraunfossar iets verderop.

Gudrunarlaug is een piepkleine heetwaterbron in Búðardalur. Maar wel openbaar. Hij ligt achter een hotel en is erg sfeervol. Deze heetwaterbron is niet alleen fraai door de stenen, maar de ligging is ook magisch. Zelfs het houten kleedhokje past bij het geheel. Hier kan ik wel dagen liggen badderen.