Lees verder
Wintersport is voor mij veel meer dan skiën. Een mix van skiën en andere activiteiten is mijn favoriete wintervakantie. Op deze reis ga ik ook sneeuwschoenwandelen in een nationaal park op zoek naar steenbokken en gemzen. Daarnaast ga ik met een gids ski touring doen en ijsklimmen.
Ook op wintersport naar Heiligenblut?
Maar dit is bijzondere wintersport, want ernaast ligt het Hohe Tauern Nationaal Park. Met een gids ga ik het park in om dieren als gemzen en steenbokken te zoeken in dit deel van Oostenrijk.
Het heeft iets bijzonders: arriveren in de avond op je wintersport. Alles is donker, waardoor ik het landschap niet goed kan zien. Eigenlijk zie ik niets, maar er ligt wel sneeuw. Hoeveel kan ik niet ontdekken. Het maakt morgenvroeg als ik mijn ogen open extra bijzonder. Ik ga eerst lekker slapen en dan vroeg op pad.
Het skigebied van Heiligenblut heeft ruim 50 kilometer aan piste. Daarmee is het ideaal voor families, het biedt voor kinderen en volwassenen veel winterplezier. Zowel op als naast de piste. Waarom wintersport zo populair is blijkt wel als ik om me heen kijk. Dit is optimaal genieten.
Door de hoogte en ligging vind je in de bergen rond Heiligenblut gemiddeld meer sneeuw dan in veel andere wintersportgebieden. Daarnaast ligt het ook ongekend fraaie Hohe Tauern National Park is overduidelijk zichtbaar. Ooit was ik hier in de zomer om te wandelen.
In de winter is het heel anders, maar niet minder mooi. Waar onze winters steeds milder worden, is dit nog het echte gevoel van winter. Overal ligt een dik pak sneeuw. De frisse lucht is voelbaar op de longen. De eerste meters van het skiseizoen zijn altijd heerlijk. Dit is echt genieten.
Al duurt het even om in het ritme te komen. Het tempo ligt laag, het lichaam moet letterlijk even op gang komen. Al wil ik ook om me heen kijken. Dus zijn het vooral blauwe pistes en een enkele rode. Met overal de Grossglockner.
Dit is ook de plek om foto's te maken van het indrukwekkende berglandschap. De talloze pieken boven de 3.000 meter en de witte pistes ervoor is datgene waarvan ik droom in de herfst. Zeker als het regent en grauw is in ons land.
Het gebied is Ski In, Ski Out, oftewel je kunt vanuit je accommodaties naar de piste. Langs de piste vind je meerdere restaurants. Het is heerlijk om na een paar uur skiën moe aan een tafel in de zon te gaan zitten en wat te drinken en eten. Met een menukaart vol lokale gerechten. Dat is voor mij de ultieme wintersport.
De naam Panoramarestaurant Schareck zegt het al; het uitzicht vanaf het terras is bijzonder fraai. De horizon wordt gevormd door een grote rij bergen, eronder liggen de hagelwitte pistes. Waarom hebben wij geen bergen in Nederland?
Maar in de winter is deze dicht en kun je over een deel van de weg skiën. En kun één van de beroemde haarspeldbochten nemen. Al ligt de weg net naast de piste, ik zie meerdere mensen dit doen.
Na een paar dagen skiën ga ik drie andere activiteiten doen. Waarbij ik lekker in de buitenlucht ben, en lekker actief. Sterker nog, zeer actief. Heerlijk. Het zijn excursies die bij Oostenrijkers zeer geliefd zijn, en ook bij mij. Zo kun je het gebied optimaal beleven.
Met als hoofdpersoon de iconische steenbok, die hoog in de bergen leeft. Maar er leven hier veel meer dieren merk ik. Het is een wereld op zich, met bergmarmotten, gemzen, steenarenden en de immense lammergier. Dat staat de komende dagen op het programma.
De kabelbaan is handig om naar het middelstation Rossbach te reizen op 1.730 meter hoogte. Vervolgens pakken we de Fleißbahn, een kabelbaan die dwars door de berg rijdt naar het Grote Fleißdal. Daar doen we de sneeuwschoenen aan en lopen we zo naar de rand van het Grossglockner Nationaal Park.
De speciale sneeuwschoenen zijn eigenlijk wonderlijke dingen, het zijn eigenlijk geen schoenen. Officieel heten ze rackets (of raquets). Ze verspreiden mijn gewicht over een groter oppervlak, zodat mijn voeten niet weg zakken in de sneeuw. Al verdwijnen de knieën nog geregeld in de sneeuw. Een glimlach bedwingen is lastig, het zal er niet al te elegant uitzien.
Er is veel verse sneeuw gevallen, en het waait stevig. Geregeld voelt het alsof een kleine sneeuwstorm rond mijn hoofd raast. Het landschap is meer dan indrukwekkend. Tussen de lariksen is het zoeken naar beweging. Gemzen en steenbokken moeten overleven, iets wat niet makkelijk is in de koude winter. Ze zoeken naar gras op plekken waar de wind de sneeuw heeft weggeblazen. Dit zijn meestal de hoger gelegen delen en vooral steile stukken.
Een lammergier vliegt boven ons hoofd. Deze vogel heeft een vleugelwijdte van maar liefst drie meter. George glundert, ik snap waarom. Dit dier was ooit uitgestorven in de Alpen door de jacht. Vroeger werd gedacht dat deze vogel lammeren (vandaar de naam) en zelfs kinderen pakte. Maar de vogel is in het park met succes geherintroduceerd. In 1986 werden diverse broedparen uitgezet. De immense vogel gebruikt de sterke wind om snel een grote afstand af te leggen.
Georg heeft een telescoop bij zich. Hij tuurt naar de steile wanden om ons heen, terwijl ik naar hem tuur. Al snel heeft de parkwachter een groep gemzen gespot die aan het grazen zijn. Een groepje jonge dieren niet, die zijn aan het spelen in de sneeuw. Ze dartelen op grote hoogte, waar het extreem steil is. Het is bijna angstaanjagend om te zien.
De parkwachter kent de dieren goed. ,,Ze vallen nooit. Van jongs af aan leren ze hun hoeven te gebruiken om te klimmen en af te dalen. Het is juist mooi om te zien.” Hij heeft gelijk. We gaan op zoek naar de steenbokken. Ik ben in december geboren en heb dus een extra connectie met ze. Al geloof ik niet in horoscopen. Maar dat het dier een eigen sterrenbeeld heeft zegt genoeg.
Georg zoekt en zoekt, maar de dieren laten zich niet zien. Net op het moment dat we eigenlijk terug willen lopen, besluit een groepje steenbokken een sneeuwmassa over te steken. Via de telescoop zie ik zowel jonge en oudere dieren, waaronder ook mannetjes met imposante geweien.
Maar eerst krijg ik allerlei spullen voordat ik het ijs op mag. Zoals stijgijzers met steile punten vooraan. Waarmee ik met mijn voeten houvast moet krijgen. Ook krijg ik twee ijsbijlen, die ik met een vloeiende swing in het ijs moet slaan. Zodat ik extra houvast heb. Wat nog lastig is, want het ijs van de waterval brokkelt snel af. En vliegt dan overal heen.
Ook hier is veiligheid van groot belang. Ik krijg een helm op, onder meer voor vallend ijs. Logischerwijs moet ik warme kleding aan, want mijn neus zit bijna op het ijs. Daarnaast ben ik altijd gezekerd bij het omhoog gaan. De gids houdt het touw strak, zodat ik niet diep kan vallen. Meter voor meter ga ik omhoog. Ik moet ineens aan de gemzen en steenbokken denken die met groot gemak over de steile rotsen klimmen. Maar ook zij hebben het moeten leren, toch?
Het meest bijzondere is dat de gids continu zegt dat je niet je armen, maar je benen moet gebruiken. ,,Anders zal je niet boven komen,” verduidelijkt hij. ,,Het lijkt zo logisch om je aan je armen omhoog te trekken, maar dat is veel te vermoeiend. Gebruik je benen om omhoog te komen. En hang dicht tegen het ijs, met iets gebogen knieën, je heupen naar voren en schouders naar achteren, zodat je gewicht boven je voeten rust.”
Ik moet op alles wat ik doe goed concentreren. Al kan ik tussen door even genieten van de omgeving. Een bevroren waterval is een uitdaging voor het lijf, maar daarnaast ook fraai voor de zintuigen. Een deel van het water vormen statige pilaren die als vingers in de bodem staan. Ze hebben een fraaie lichtblauwe kleur. Dit is extreem sporten middenin de kunst van Moeder Natuur.
Veiligheid staat voorop, dus legt hij alle veiligheidsmaatregelen uit. Zo heb ik een transponder bij mij, voor als ik in een lawine terecht kom. Maar dat is nog nooit gebeurt bij hem, al wil hij wel alle maatregelen treffen om het te voorkomen.
Voor het toerskiën gebruik je andere ski’s. Deze krijgen een speciaal vel, zodat ik omhoog kan glijden. Het klinkt tegenstrijdig maar is wel waar. Ook de binding en de schoenen moeten worden aangepast om de berg op te gaan. Maar dan heb je wel ultieme vrijheid.
Het omhoog gaan is een lastige beweging, die opvallend veel lijkt op langlaufen. Maar dan zonder spoor, je kiest je eigen pad. Waarbij gids Martin Daberer wel let op de hoeveelheid sneeuw, de steilheid van ons pad en nog veel meer. Ik volg langzaam omhoog, stap voor stap. De vers gevallen sneeuw knispert onder de speciale ski's.
Je hebt diverse mogelijkheden om een skitoer te doen. Op talloze bergen kun je simpelweg omhoog lopen in de sneeuw. Maar dit geldt zeker niet op alle bergen in verband met lawinegevaar. Of er zijn simpelweg te veel rotsen. Ook moet er veel sneeuw zijn; het liefst zeer vers zodat je heerlijk kunt glijden.
Beginners kunnen bijvoorbeeld met de skilift omhoog. Waarna je dan met de gids nog een stuk hoger kunt klimmen. Zodat je echt op het dak van Heiligenblut bent. En dan ski je langzaam naar beneden, al moet je wel enige off-piste ervaring hebben. Deze excursie heeft meerdere voordelen. Je laat alle andere mensen achter je. Het is de perfecte samenvatting van mijn trip: Ik ben alleen met de bergen en verse sneeuw.