Genieten van Zeeuwse mosselen, Oosterscheldekreeft, oesters en meer van eigen bodem
Lees verder
Zeeland is de plek om verse Hollandse zeevruchten te proeven. Maar ook het beroemde Fruits de Mer, wat ik ken van mijn reizen in het buitenland?
Een heerlijke speurtocht
Seafarm biedt rondleidingen aan, maar heeft ook een restaurant waar je deze lekkernijen kunt proeven. Ik deed beiden en was aangenaam verrast. Neem de tijd voor deze excursie, het is de moeite waard.
Tijdens de rondleiding in de ochtend krijg je veel informatie over de kweek van de dieren. Maar ook waarom Zeeland een unieke plek is voor deze dieren. Zie meer informatie op seafarm.nl
Is er meer dan mosselen, oesters en Oosterscheldekreeft? Ja dus. Heel veel meer merk ik al snel. Een heerlijke speurtocht naar lekker eten in ons eigen land.
Een Plateau Fruits de Mer kennen we vooral van Frankrijk. En dan vooral Bretagne, waar deze lekkernij van Moeder Natuur volgens velen zijn oorsprong kent. Het gerecht met talloze verse schaal- en schelpdieren is inmiddels populair bij toeristen over de gehele wereld. Waarbij ik me iets afvraag; hebben we zoiets ook in Nederland?
Ja dus, blijkt al snel bij een zoektocht op internet. Zelfs met Nederlandse producten. Het is natuurlijk in Zeeland, de provincie die bekend staat om zijn mosselen en andere zeevruchten.
Sterker nog, er is zelfs een Fruits de Mer Fest in juni, dat de opening van het seizoen betekent. In een weekend kunnen talloze fijnproevers de oogst van het jaar proeven. Onder het genot van een glas wijn of een gin & tonic, dat steeds populairder wordt. Daar wil ik wel bij zijn.
Ik krijg een rondleiding bij SeaFarm, een bedrijf in duurzaam gekweekte vis en schaaldieren. Dave Bout is samen met zijn vader eigenaar van Seafarm. De loods ligt vlak voor het restaurant. Dave:,, Hier wordt vis op een duurzame manier gekweekt, waaronder oesters, tarbot en tong. Het is de eerste recirculaire viskwekerij op land. Waarbij het schone water van de Oosterschelde dus continu wordt hergebruikt.”
De tarbot is een lekkere vis, die bijna een vleesachtige structuur heeft. ,,Het is een van de smakelijkste en meest gewaardeerde vissen voor consumenten. Maar hij wordt veel in het wild gevangen, waardoor de populatie afneemt,” aldus Dave. ,,We wilden een toekomstbestendig alternatief voor wild gevangen tarbot. Dus startten we in 2008 met een nieuwe tarbotkwekerij. Deze kwekerij is erg energiezuinig, maar ook zeer dier- en milieuvriendelijk.”
De groene verlichting is even wennen voor mijn ogen, maar de dieren vinden het juist prettig. ,,We wijken bewust af van de standaard gedachten in de veehouderij en viskweek, door zelf innovatief te denken. Mede hierdoor is de kwekerij groen verklaard door de Nederlandse overheid. Onze tarbot staat op een groene plaats op de Viswijzer. Het geldt tevens als internationaal voorbeeld. Deze hoge kwaliteit wordt verwacht door onze klanten, waaronder vele toprestaurants.”
Het is een Zeeuws familiebedrijf, dat in Kamperland vlakbij de Oosterscheldekering ligt. We lopen langs talloze tanks met eitjes tot compleet volgroeide vissen. Het merendeel heeft aangepast licht, wat ideaal is voor de dieren. Ook zie ik de sorteermachines, verpakkingsmateriaal en natuurlijk is er kwaliteitscheck.
Hij vervolgt: ,,Daarnaast vangen we talloze andere soorten in de regio. Zoals mesheften, kokkels, alikruiken, vongole en wulken. Een deel van de schelpen worden elders ingekocht. Deze laten we verwateren in het pure Oosterschelde bronwater. We hebben een speciale bron op 70 meter diepte.”
,,Met dit bronwater spoelen we de dieren schoon, zodat we 99% zandvrije schelpen hebben. Dit is een van de belangrijkste kwaliteitscriteria bij dit product. Het zorgt ook voor de zacht zilte smaak. Ook hierbij geldt dat dit op een ecologische manier gebeurt.” Ik krijg al trek als ik er aan denk.
Dave vertelt voluit over de dieren, het groeiproces en meer en meer restaurants hun producten vinden. Maar ook hoe de Zeeuwse mosselen en oesters inmiddels overbekend (en geliefd) zijn bij de meeste Nederlanders. Terwijl de Oosterscheldekreeft geroemd wordt om zijn smaak.
Maar Fruits de Mer blijkt vooral een lokaal geheim te zijn, dat nog niet echt bekend is in de rest van Nederland. Naast een rondleiding kun je ook van alles proeven in het eigen restaurant. Waaronder dus een Plateau Fruits de Mer. Dat moet ik proberen, met volle teugen.
Ik bestel de Fruits de Mer Grand Royal en maak vast plek vrij op de tafel. Want dit soort gerechten heeft ruimte nodig, zodat ik hier optimaal van kan genieten. Eerst verschijnt een voorgerecht met tarbot. Het vlees is stevig en goed van smaak, het gerecht is een perfect opwarmertje.
Na een twintig minuten wordt de schaal met veel grandeur binnen gebracht. De serveerster lachend: ,,Ik hoop dat het genoeg is.” Al weet ze beter. Mijn ogen dwalen over de vele soorten schelpen, oesters, krab, langoustine, gamba's, mosselen, schelpdieren en een halve kreeft. Het brood met aioli en cocktailsaus steekt schril af bij dit kleurrijk geheel.
De zon schijnt op het terras. Een zacht windje brengt verkoeling. Ik ruik de zilte lucht en hoor het water van de Oosterschelde klotsen. Ja, het is net Frankrijk. Of beter nog, het is lekker Zeeland, letterlijk en figuurlijk.