Madeira is bekend bij veel reizigers. Maar ken je het naastgelegen Porto Santo ook? Met heerlijke goudgele stranden...
Lees verder
Madeira kennen veel reizigers. Maar ken je Porto Santo ook? Een heerlijk eilandje met goudgele stranden. Waar Christoffel Columbus trouwde en waar stervoetballer Ronaldo veel van zijn jeugd doorbracht. En nu ik.
Porto Santo en Madeira
Zandkastelen, ik was er toen als kind dol op. Urenlang ravotten met zand en water, totdat ik naar huis moest. Of het was de opkomende vloed die van mijn meesterwerk van architectuur vernielde. Enkele kinderen zijn er nu ook mee bezig. Dit is het langgerekte strand in het zuiden van het eiland Porto Santo.
Een zandstrand van maar liefst negen kilometer. Volgens kenners is dit ‘het beste strand waar je nog nooit van hebt gehoord.’ Dat dus nog niet is ontdekt door het massatoerisme. Ik wandel door het zachte zand. Dat is meer dan aangenaam.
Dus zie je mensen hier echt letterlijk zich ingraven in het zand. Met het zonnetje op de bol is dat niet verkeerd. Zo kun je tot rust komen en aan je gezondheid werken. Ik heb het idee dat een strand sowieso wel goed is voor een mens; mineralen of niet.
Ik dwaal wat door een dorpje. Veel van deze witgekalkte dorpjes liggen rond een vulkaan, die al eeuwen geleden gedoofd is. Hier en daar zie ik een bar, een restaurant of een winkel, maar van massatoerisme is hier geen sprake.
De vulkaan is nog wel goed te zien als bijzonder kenmerk van het eiland. Het binnenland van Porto Santo is vulkanisch met diverse bossen en een steppe. Die je te voet of per jeep kunt ontdekken.
Ik doe beiden wel, om daarna weer mijn rust te vinden op het strand. Die heb ik daar gisteren achtergelaten. En ligt er nog. Dat weet ik zeker.
Madeira is veel ruiger dan ik dacht. Het binnenland is ideaal voor wandelingen in de bergen. Langs de oude irrigatiekanalen, die hier decennia geleden zijn aangelegd om het water over het eiland te laten lopen.
Maar ik ontdek ook opvallend dichte bossen, die als een deken gedrapeerd liggen over de bergen. En dan loop ik ineens boven de boomgrens. Waarbij het indrukwekkende uitzicht opvalt. Keer op keer. Altijd leuk als je inspanning wordt beloond.
Madeira staat bekend als bloemeneiland, iets dat goed te zien is. Zeker in het voorjaar. Zowel in tuinen als in het wild zie ik talloze bloemen in zo’n beetje alle kleuren. En de geur is meer dan fijn voor de neus.
Ook ga ik de zee op, om de beroemde dolfijnen van Madeira te ontmoeten. Al snel laten de dieren zich zien. Op hun gemak zwemmen ze voorbij.
Ik bezoek diverse markten, waaronder de beroemde bloemenmarkt. Maar het meest ben ik onder de indruk van een vismarkt. Waar ik onder meer de wonderlijke ‘espada’, een gitzwarte diepzeevis met vervaarlijke tanden ontdek. Die ik later ook proef en veel liever smaakt dan hij er uit ziet.
Er leven op Porto Santo maar zo’n 5.000 mensen. Op een pleintje zitten wat mannen te praten. Veel van hen zijn (of waren ooit) visser. Het is opvallend rustig. Dit is wat een slaperig dorpje moet zijn. Het is de ultieme setting voor een relaxvakantie.
Maar Ronaldo is niet de meest beroemde bezoeker van Porto Santo. Ene Christoffel Columbus kwam hier geregeld om zich voor te bereiden op zijn ontdekkingsreizen. Columbus trouwde in 1479 met de dochter van de plaatselijke gouverneur.
Het verliefde stel woonde een tijdje op Porto Santo. Totdat hij weer de wijde wereld introk. En vlak daarna bijvoorbeeld Amerika ontdekte. Het huis waar ze leefden is nu een museum, al is niet helemaal zeker of dit hun huis was. In september is er in Porto Santo een groot meerdaags festival om zijn komst te vieren.
Ik voel me zelf ook een soort ontdekkingsreiziger op Porto Santo. Zo ontdek ik enkele verborgen inhammen en baaitjes met natuurlijke zwembaden. Heerlijk om even af te koelen. In mijn eentje. Het zeewater is helder en puur.
Het water is ook ideaal om even te snorkelen, kijken wat voor vissen ik tegen kom. Terwijl ik wat ronddobber komt een gedachte boven drijven. Eigenlijk zou ik dit reisverhaal niet moeten schrijven en alles lekker voor mezelf houden…