Ik ging twee keer naar Bosnië: In de zomer én de winter. Een verhaal met een Nederlands tintje.
Lees verder
Bosnië en Herzegovina is niet echt populair. En daarom juist interessant. Ik ben er recent twee keer geweest, in de warme zomer en in de heerlijke winter. Om de natuur te ontdekken, de mensen te ontmoeten en vooral om meer te weten te komen over dit land. En het was beter dan verwacht.
Het is een beetje ouderwets reizen. Zo’n bestemming waar je weinig over weet. Ik kon online opvallend weinig specifieke informatie vinden over wandelroutes in Bosnië en Herzegovina, dus kocht ik maar een reisgids.
Al was het wel even zoeken. Want hij is er niet van bijvoorbeeld de beroemde Lonely Planet. Bradt Guide is een van de weinigen. Goed genoeg voor een introductie. Denk ik. De rest zoek ik ter plekke wel uit. Al heb ik nog wat achter de hand. Niet wat, maar iemand eigenlijk.
In Sarajevo ontmoet ik Thierry Joubert, een Nederlander die zijn hart jaren geleden heeft verloren aan Bosnië. Hij is mede-initiatiefnemer van de Via Dinarica, een nieuwe wandelroute dwars door de Balkan. En hij heeft me uitgenodigd om Bosnië in de winter te ontdekken. Oh, en het zal pittig worden zegt hij er lachend bij.
Hij vertelt voluit over de Via Dinarica, een 2.000 kilometer wandelroute, dwars door Slovenië, Kroatië, Bosnië en Montenegro. Met verschillende routes, met name door de bergen. Ik ga diverse onderdelen van de route verkennen.
Het is hoogzomer. De zon schijnt, de temperatuur is lekker boven in de twintig. Op vijf kilometer van het beroemde Plitvice Nationaal Park in Kroatië ga ik de grens naar Bosnië over.
Ik rij letterlijk een andere wereld binnen. Het park was vol met toeristen, maar de drukte is ineens weg. De weg wordt hobbeliger, ik kom nauwelijks auto’s tegen; in plaats daarvan zie ik diverse schaapherders met hun kudde. Het is een gek gevoel. Ik word overvallen; door de rust en ruimte.
Meer en meer heuvels duiken op. Tot het bergen worden, met daartussen glooiende valleien. Ik stop in Blidinje, een dorp in een groot natuurpark. In het restaurant en hotel Hajdučke Vrleti hoor ik alles over de Via Dinarica, die hier doorheen loopt. Dat ga ik morgen proberen. Althans een stuk.
Een van de wandelingen voert naar de piek van de Plocno op 2.228 meter. Dat klinkt wel uitdagend. Deze slingert eerst door bossen, dan door een grote grasvallei om langzaam maar zeker de heuvels in te gaan. En ja, het gaat gestaag omhoog. Totdat de begroeiing ophoudt en het laatste steile stuk begint.
Ineens begrijp ik waarom dit het ‘Dak van Herzegovina’ genoemd. Het is de hoogste top van dit deel van het land. Ik geniet van het heerlijke uitzicht op het dal van Herzegovina, Dalmatië en zelfs de Adriatische zee. Een mooi moment om even uit te puffen.
In de winter reis ik opnieuw af naar Blidinje. Het landschap is totaal veranderd. Overal ligt sneeuw, het pad is onbereikbaar en het meer dat ik tegen kwam is bevroren. De zon is er opnieuw, maar het is wel fris. De lucht kleurt geel en rood; een magisch moment.
In de berghut bij het meer ontmoet ik gids Ante Vukadin. In het dagelijks leven is hij vrachtwagenchauffeur, maar hij houdt meer van de bergen. ,,Maar daar kan ik geen geld mee verdienen.” Ante is al tien jaar vrijwilliger, onder meer in de berghut met vijf kamers. Een nachtje kost 15 euro. Je krijgt er een gratis schnapps bij. We proosten op het leven. Zoals het hoort. In één teug. Of eigenlijk met volle teugen.
Ik reis door naar Mostar, met de befaamde Stari Most brug over de Neretva-rivier. Het is het symbool voor het historische deel, dat op de lijst van Werelderfgoed van UNESCO staat. In de zomer was het ongekend druk, ik kon over de koppen lopen. Om eerlijk te zijn was de sfeer ver te zoeken tussen alle toeristen en de talloze winkeltjes met souvenirs.
Lopend ga ik naar de wereldberoemde brug. Opnieuw. Ik hoop op sneeuw, maar Mostar ligt veel lager en het is hier veel warmer. Alhoewel, het is 2 graden boven nul in de vroege ochtend. Lekker fris.
Ik verwacht opnieuw hordes selfies makende mensen, maar is er niemand. Alle winkels zijn (nog) dicht. De zon komt net over de heuvelrand gluren, een groepje duiven vliegt op. Ja, nu zie ik hoe mooi het hier is. Dit is genieten.
In de heuvels buiten Mostar is een bijzonder project gestart. Een oude spoorbaan is veranderd in een fietsroute. Onderweg zie ik een bordje met ‘Vjetrenica Caves’. Grotten, dat wil ik wel van binnen zien.
In het restaurant ernaast nuttig ik de lunch. Ik moet lachen als ik de uitgebreide kaart zie. Ja, diversiteit is voor mij wel belangrijk op reis. Op alle fronten. Maar ja nu moet ik kiezen.
Sarajevo, die stad ken ik van de Olympische Winterspelen uit 1984. Maar de overblijfselen van het grootste sportevenement ter wereld zijn bijna angstaanjagend.
Onder meer de schansen van het skispringen zijn half verweerd. Alle locaties zijn zwaar geteisterd door de Bosnische Burgeroorlog die er tien jaar later in al zijn hevigheid losbarstte.
Het sneeuwt in de stad. Ik wil eigenlijk wandelen op een ander deel van de Via Dinarica, maar dat kan ook met sneeuwschoenen. Het voelt meer als wijdbeens sloffen, maar het is wel degelijk wandelen.
Al voelt het wel anders aan. Maar in de diepe sneeuw wel beter merk ik al snel. De ijzers onder de schoen geven veel grip, zelfs als het steil omhoog gaat.
Het pad slingert tussen de witte bomen door, het knisperen van de sneeuw onder mijn voeten en verder hoor ik alleen mijn ademhaling. Tot ik op de piek kom. Althans, de berg houdt op. Ik heb totaal geen uitzicht door de vallende sneeuw, maar toch is de omgeving magisch.
In de avond ga ik naar een zeer lokale tent in Sarajevo: Zlatna Ribica. Het is er rokerig en warm. Een achtkoppige muziekgroep houdt de sfeer er stevig in met luide polkamuziek. Er wordt lustig op los gezongen. En gedronken. Ook ik moet meezingen, al kan ik me niet voorstellen dat ik iemand daar een plezier mee doe.
Ik vervolg mijn reis naar Sutjeska National Park, dat op de grens ligt met Montenegro. Het is volgens velen het mooiste park van Bosnië & Herzegovina. Maar hier ligt teveel sneeuw om op pad te gaan. Wel kan ik het immense Tjentiste War Memorial bezoeken. Als herinnering aan de heftige strijd rond Sutjeska, die hier in 1943 woedde tijdens de Tweede Wereldoorlog.
In het platteland bind ik opnieuw de sneeuwschoenen onder. Ik bezoek de dorpjes Umoljani en Gradina. En zie onder meer watermolens en talloze boerderijen waar het graan ligt opgeslagen. Er is niemand. Nou ja, niet helemaal.
Twee honden lopen met ons mee in de sneeuw. Ze zijn slim en volgen ons pad. Heel af en toe duiken ze in de losse sneeuw, al blijft er dan weinig hond over. Alleen eenn kop en het punt je van de staart zie ik af en toe. Hilarisch.
Uren ploeg ik door de sneeuw. Dit is heerlijk. Al doen de honden het toch makkelijker dan ik. Het hoogtepunt is de Rakitnica Canyon, een kloof waar ik letterlijk stil van word. Het is een heerlijke afsluiting van de ruigheid van Bosnië en de heerlijkheid van Herzegovina. Ik had gelijk, hier moet je ooit in de zomer naar toe. En dan ook nog in de winter…